Museum blikt terug op spoorwegramp Harmelen

07 december, 2021

Op 8 januari 1962 botsten in dichte mist bij Harmelen twee treinen frontaal op elkaar.

Op 8 januari 1962 botsten in dichte mist bij Harmelen twee treinen frontaal op elkaar. De ravage was enorm, het aantal slachtoffers hoog. Met 93 doden en 52 gewonden is het tot op de dag van vandaag de grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis. Omdat het op 8 januari 2022 precies 60 jaar geleden is dat het ongeluk plaatsvond, staat het Spoorwegmuseum met een kleine expositie stil bij deze nationale ramp. Wat was de oorzaak van de ramp, en wat waren de gevolgen? Bijzonder onderdeel is de onlangs aan het museum geschonken snelheidsmeter van locomotief die bij de ramp betrokken was.

Tentoonstelling ‘Treinramp Harmelen’: 8 januari t/m 30 oktober 2022.

Het ongeluk

Op 8 januari 1962 hing er een dichte mist in de polder bij Harmelen. Om 9.15 uur vertrok stoptrein 464 uit Woerden richting Breukelen met circa 180 reizigers aan boord. Uit de andere richting naderde vanuit Utrecht sneltrein 164 met bestemming Rotterdam. De trein met 11 rijtuigen en circa 900 inzittenden had 6 minuten vertraging. Met een vaart van 125 km/u passeerde de sneltrein een geel sein, het teken om af te remmen. De machinist merkte, waarschijnlijk door de dichte mist, dit gele sein niet op. Met fatale gevolgen. Op het moment dat de machinist het rode sein zag was het te laat. Ondanks de remming botste de sneltrein in volle vaart op de stoptrein. De ravage was enorm en het aantal slachtoffers was hoog. Het ongeluk maakte veel emoties los in het land en de beelden maakten diepe indruk. Op 12 januari werd een dag van nationale rouw afgekondigd. Koningin Juliana kwam eerder terug van haar wintersportvakantie in Lech om gewonden en nabestaanden een hart onder de riem te steken. Ook bracht zij een bezoek aan de Buurkerk in Utrecht waar de slachtoffers in dichte kisten lagen opgebaard.

De expositie

De foto’s van de ravage na het ongeluk laten zien hoe heftig de gevolgen waren. In een filmpje vertellen overlevende André Smeding en nabestaande Robert Tiggelman hun aangrijpende verhaal. Ir. A.M. Tordoir, districtsingenieur voor de tractie van NS, deed op de dag van het ongeluk onderzoek op de rampplek. Hij nam daarbij de snelheidsmeter van Locomotief 1131, de locomotief van de sneltrein, mee voor onderzoek. De meter geeft 107 km/h aan. Het is de snelheid die de trein had toen de botsing plaatsvond. De snelheidsmeter is door de nazaten van Ir. A.M. Tordoir aan het museum geschonken. Het is een stille getuige van het drama in Harmelen. Oorzaak van het ongeluk was een menselijke fout. Om herhaling te voorkomen eiste de Spoorwegongevallenraad dat NS zo snel mogelijk begon met de invoering van een waarschuwings- en correctiesysteem als hulpmiddel voor machinisten. Hieruit kwam de Automatische Treinbeïnvloeding (ATB) voort.