Draisines

Spoorwegmaatschappijen hielden de conditie van hun spoorlijnen altijd goed in de gaten. Dat was en is nodig, want als er iets mis is met de spoorbaan, kan dat leiden tot slijtage aan spoor en trein en mogelijk tot ernstige ongelukken. Speciaal aangestelde spoormedewerkers voeren daarom regelmatig inspecties uit. Tot de introductie van moderne techniek gebeurde dat door een karretje met treinwielen op de rails te zetten en daarmee persoonlijk op inspectie te gaan. Ze waren ook handig voor baanwerkers, om op de plek te komen waar wat aan het spoor gedaan moest worden.

Sommige van die karretjes werden spoorfietsen of lorries genoemd, maar de meeste staan bekend onder de naam draisines: ze zijn vernoemd naar de loopfiets die de Duitse uitvinder Karl Drais begin 19^e eeuw ontwikkeld had. In de spoorwereld worden met draisines echter eenvoudige spoorvoertuigen bedoeld, gemaakt van metaal en/of hout. Ze waren relatief licht, want als er een trein aankwam, moest je ze snel van de rails af kunnen tillen. Draisines worden voortbewogen door spierkracht, al bestaan er ook varianten met een kleine motor. Op bijna elk station kon je er wel een vinden.

Het Spoorwegmuseum heeft een unieke collectie draisines uit het eind van negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw. Ze zijn onder meer te zien bij de loopbrug boven de gang naar de draaischijf.