NCS B 119

1e klasse rijtuigen mogen begin 1900 wettelijk niet op lokaalspoorwegen rijden. Om rijke reizigers uit Zeist en Baarn (waaronder de directeur van de NCS) passend te kunnen vervoeren, zijn deze 2e klasse rijtuigen daarom zeer luxe uitgevoerd door de werkplaats van de NCS in Utrecht. De buitenwanden zijn met teakhout betimmerd, het interieur is sjiek. De tweepersoonsbanken aan beide kanten van de middengang hebben omkeerbare zitkussens. In de winter lag de met pluche beklede kant boven, in de zomer de koeler aanvoelende leren kant. De koperen lampen, bagagerekken en asbakken zijn fraai gevormd. De rijtuigen worden onder meer gebruikt op de (lokaal)spoorwegen Utrecht – Den Dolder – Baarn en Utrecht – Bilthoven – Zeist. Dit rijtuig is in 1952 buiten dienst gesteld en voor Het Spoorwegmuseum bewaard. In 1977 is het rijtuig geheel gerestaureerd.