Oersik (NS103&137)

De NS 103 en 137 worden in de jaren 30 gebouwd als goedkopere oplossing voor het rangeren op kleinere stations. Het rangeren van goederenwagens met stoomlocomotieven is namelijk erg duur. Ze moeten uren worden opgestookt en er zijn wettelijk minimaal 2 mensen nodig om ze te laten rijden. Als oplossing bestelt NS in Duitsland een serie locomotoren. De serie krijgt de nummers 103 – 152. Het zijn eenvoudige locomotieven met een benzinemotor met een beperkt vermogen, mechanische rem en een ‘automatische’ koppeling voor goederenwagens. Ze zijn relatief goedkoop om te bouwen en makkelijk in gebruik. De locomotor kan op elk moment gestart en ingezet worden. Voor de bediening is alleen een voorman-rangeerder met een korte opleiding nodig. De laatste ‘Oersikken’ gaan uit dienst in 1948 waarna voor veel machines een tweede leven begint op particuliere bedrijfsterreinen. Eind jaren 80 worden de NS 103 en 137 in de collectie van Het Spoorwegmuseum opgenomen.