NS311 & NS345 (SIK)

De 311 en 345 komen uit de tweede serie locomotoren die NS laat bouwen als rangeerlocomotieven. Deze Sikken zijn sterker en zwaarder dan hun voorgangers. Ze worden dieselelektrisch aangedreven in plaats van mechanisch. Het vermogen is daardoor groter en de maximumsnelheid hoger. Zo kunnen deze locomotoren ook lichte goederentreinen trekken. De machinist kan de locomotor vanaf de treeplank bedienen. Nummer 311 komt via de Kempensche Zinkwit-Maatschappij in Budel in 1987 in handen van het museum. Het is de enige locomotor uit deze serie die altijd groen is gebleven, ook na intreding van de nieuwe huisstijl van NS. De bijnaam Sik krijgen deze locomotoren omdat de fluit via een klep op de uitlaat is aangesloten. Bij gebruik van de fluit is een mekkerend geluid te horen dat doet denken aan een geit.