‘Diana’ heeft een nieuw thuis

Veel treinen in het Spoorwegmuseum hebben naast een nummer ook een naam. De nieuwste locomotief van het museum, E-loc 1501, heeft er ook een. Vanaf nu heeft ‘Diana’ een nieuw thuis in het Spoorwegmuseum. Het is een missing link in de collectie van het museum, maar dat heeft dan weer alles met nummers te maken. In deze blog leggen we het uit.

Locomotievenseries

We gaan even terug in de tijd. Het is eind jaren 60 als de NS bezig is met de ontwikkeling van een nieuwe elektrische locomotief. De locomotief zou passen in een reeks elektrische locomotieven die sinds de Tweede Wereldoorlog voor de NS dienst hebben gedaan. Dat begon bij 10 locomotieven van de 1000 serie die in Zwitserland werden besteld en waarvan er 7 in Nederland bij Werkspoor werden gebouwd. Een van de locomotieven is bewaard gebleven, nummer 1010 staat in het Spoorwegmuseum. Deze werd opgevolgd door de 1100 serie waarvan de 1125 in het museum te vinden is (en de 1107 in depot staat). Dankzij de Marshallhulp kon NS daarna beschikken over de 1200 serie, ook daarvan zijn er een aantal bewaard gebleven, de 1201 pronkt in de museumhal in Utrecht. Vanaf 1952 was de 1300 jarenlang de sterkste loc van NS, uit deze serie hebben de 1302 en 1312 een museale status gekregen. De latere opvolgers uit de 1600 (1656) en 1700 (1768) serie zijn ook in het museum te vinden. Met de overdracht van E-loc 1501 is de missing link toegevoegd aan de collectie. Maar wacht eens even? Dan missen we toch de 1400 serie? Dat klopt inderdaad, want deze serie bestaat helemaal niet.

Spookserie 1400

Om het waarom daarvan moeten we weer terug naar de jaren 60. De ontwikkeling van de nieuwe locomotief, die de serie 1400 zou moeten gaan vormen, was erg duur. Volgens planning zouden er 34 locomotieven gebouwd worden, maar de kosten van om en nabij de 1 miljoen gulden per stuk waren voor de NS een struikelblok. Dit kwam mede door het terugvallende vervoer vanwege de sluiting van de Nederlandse kolenmijnen. De ontwikkeling werd in 1965 stopgezet.

Tweedehandsjes

Geen 1400 serie dus, maar de ontwikkelingen dwongen de NS al snel op zoek te gaan naar een alternatief. Onder de naam Spoorslag ’70 voerden de NS in het voorjaar van 1970 een sterk verbeterde nieuwe dienstregeling in. Om deze ambitieuze dienstregeling uit te voeren was er extra materieel nodig. De NS moest dus  naarstig op zoek naar locomotieven. Die vonden ze uiteindelijk in Engeland. Het oog viel op de zeven betrekkelijk jonge locomotieven type EM2, die van 1954 tot oktober 1968 dienst deden ín Engeland. Door het wegvallen van het reizigersvervoer waren ze daar niet meer nodig en dus overcompleet. Op 20 augustus 1969 maakte een delegatie van de NS een proefrit en op basis van de resultaten besloot NS de locomotieven over te nemen. Het waren de eerste, en vooralsnog ook laatste, tweedehands locomotieven in het materieelpark van NS.

Diana

NS kocht 7 locomotieven die in Nederland een nieuw nummer kregen. Ze werden niet genummerd als 1400 serie, maar kregen de nummers 1501 t/m 1506. Nummer 7 werd aan de kant gehouden en gebruikt als ‘plukloc’ voor reserveonderdelen. De locomotieven deden dienst tot 1986 en werden opgevolgd door de serie 1600. E-loc 1501 werd gered van de sloophamer door een groep machinisten uit Den Haag en Rotterdam, twee locomotieven van deze serie keerden terug naar Engeland. De vraag die nu nog onbeantwoord is gebleven: waar komt de naam Diana dan toch vandaan? Het antwoord is te vinden in de Engelse locomotievenfabriek Gorton. Zij vernoemden de 7 locomotieven naar figuren uit de Griekse mythologie. Diana is de Griekse godin van de jacht. De naamplaat hangt weer op de zijkant van de locomotief!