Hoe wordt er voorkomen dat treinen botsen

Sinds het begin van de spoorwegen wordt er al gesproken over de veiligheid van reizen per trein. Geleerden waarschuwden voor de gezondheid van de treinreiziger: door de snelheid van een trein zou de reiziger in ademnood komen. De spoorwegmaatschappijen vrezen hier niet voor, ook niet voor andere gezondheidsklachten. Waar de maatschappijen wel voor vrezen? Botsende treinen!

Baanwachters en overwegwachters

Vanaf het begin van de spoorwegen staat veiligheid voorop. De eerste spoorlijn in Nederland tussen Amsterdam en Haarlem werd beveiligd door baanwachters. Om de 800 meter stond een wachter paraat voor gevaar. Als de baanwachter concludeerde dat de kust veilig was zwaaide hij de witte vlag en mocht de machinist doorrijden. Als de veiligheid in gevaar was, werd de rode vlag omhoog gehouden. Het was niet de enige taak van een baanwachter. Zij hadden ook opklapbare borden op hoge palen die zij gebruikten om collega’s te waarschuwen voor de komst van een trein.

Een spoorwegovergang werd in die tijd beveiligd door overwegwachters. Of vaker nog wachteressen, het was het enige beroep bij het spoor dat ook door vrouwen werd uitgeoefend. Zij konden de overweg afsluiten met een hek. Aan het eind van de jaren dertig van de vorige eeuw werd de eerste Automatische Knipperlicht Installatie (AKI) ingevoerd op het spoor, al duurde het nog jaren voordat de laatste overwegwachters met pensioen gingen.

 

Overwegwachter

Het blokstelsel

Een nieuw systeem om ongelukken te voorkomen werd na 1845 door de NRS geïntroduceerd voor de lijn Amsterdam-Utrecht: het blokstelsel. De route werd verdeeld in een aantal blokken die werden gemarkeerd door palen met mechanische seinen. Een opkomende trein mocht pas een blok binnenrijden als de voorgaande trein was gepasseerd. Dit systeem wordt nog steeds in Nederland gebruikt.

Aan het begin van de twintigste eeuw is het seinstelsel technisch behoorlijk geavanceerd. In blokposten of seinhuizen bedienen seinhuiswachters de seinen. Lees daarover verder in de blog ‘Zo werkt een seinhuis‘.

 

Seinhuiswachters

Elektronica maakt zijn intrede

In de loop der jaren wordt het beveiligingssysteem steeds geavanceerder, maar blijft het voornamelijk mechanisch. Hooguit worden de seinen en wissels niet meer door de seinhuiswachter bediend, maar doet een elektromotor het werk. Na de Tweede Wereldoorlog neemt elektronische beveiliging het werk van de mechanische beveiliging over. Lichtseinen nemen steeds vaker de plek in van de oude armseinen. Door de opkomst van elektronica word beveiliging op afstand ook mogelijk. Vanaf 1960 komen overal in het land centrale verkeersleidingsposten. Op panelen worden de locaties van treinen gemonitord en met een druk op de knop worden seinen, wissels en overwegen bediend.

Met al deze maatregelen wordt de angst voor botsende treinen zoveel mogelijk weggenomen.