De onvoltooide locomotief van een spoorwegstaker
Op 17 september 1944, dit jaar precies 80 jaar geleden, riep de Nederlandse regering via Radio Oranje vanuit Londen op tot een algehele spoorwegstaking. Het spoorwegpersoneel legde massaal het werk neer en dook onder. Zo ook Hendrik Wietsma uit Harlingen. Hij doodde zijn tijd op zijn onderduikadres met het bouwen van een model van een stoomlocomotief. Ondanks dat hij het model nooit afmaakte is deze toch opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. Hoe dat kwam lees je in dit blog van conservator Evelien Pieterse.
Loodzware locomotiefmodellen
Het moet ergens eind jaren 70 zijn geweest toen de destijds twaalfjarige Eline Medendorp-Wietsma samen met haar oom en tante uit Harlingen naar het Spoorwegmuseum reisde. Zij zeulden twee loodzware locomotiefmodellen mee, gemaakt door de vader van haar tante, Hendrik Wietsma. Na diens overlijden in 1969 werd er wegens ruimtegebrek een geschikte plek gezocht voor deze modellen. Het Spoorwegmuseum leek hen de meest voordehand liggende optie. Maar dat was buiten de directeur van het museum gerekend.
Schenking
Eén van de door hem vervaardigde locomotieven werd door de toenmalige directrice van het Spoorwegmuseum, mejuffrouw Asselberghs, in dankbaarheid aanvaard. De andere locomotief echter niet. De reden: hij was nog niet af. Terwijl juist aan deze locomotief een heel bijzonder verhaal verbonden is. Mejuffrouw Asselberghs was niet onder de indruk van de achtergrond en de reden waarom deze locomotief was gemaakt en stelde zich op het standpunt dat het museum alleen volledige schaalmodellen in de collectie opnam. De onvoltooide locomotief ging dan ook zonder pardon weer mee terug naar Harlingen en verdween weer naar de zolder in Harlingen.
Hernieuwd contact
Vele jaren later, in 2020, namen de nichtjes Eline Medendorp-Wietsma en Simone Meyer opnieuw contact op met het Spoorwegmuseum. Zij waren benieuwd of de locomotief die hun tante ooit aan het museum had geschonken nog aanwezig was. Omdat juist op dat moment de collectie van het museum werd gefotografeerd en beschreven, de depots werden verhuisd en het museum door de coronalockdowns meerdere periodes gesloten was, duurde het nog een hele tijd voordat er uitsluitsel was over welke locomotief het nu precies ging. Toen er in 2023 eindelijk een afspraak tot stand kwam om het bewuste model in een extern depot te bekijken, was dit een feest van herkenning. Dit was de locomotief die thuis altijd op de kast had gestaan! Ook het bijzondere verhaal van de tweede (onafgemaakte) locomotief kwam ter sprake. Dit model lag nog steeds bij de familie op zolder.
Stakingsbevel
Hendrik Wietsma werd in 1889 geboren in Harlingen. In 1912 ging hij bij de Staatsspoorwegen in Harlingen werken als hulparbeider, waarna hij al snel promoveerde tot rangeerder. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij nog steeds in die functie bij de Nederlandsche Spoorwegen (NS). De stationschef van Harlingen, onder wie hij werkte, heette Tijs Wiebe Visser (1885-1962). Toen op 17 september 1944 door de Nederlandse regering via Radio Oranje alle NS-medewerkers werden opgeroepen het werk met onmiddellijke ingang neer te leggen, ter ondersteuning van Operatie Market Garden, besloot de stationschef geen gehoor te geven aan het stakingsbevel. Hij was van mening dat het personeel op het station gewoon aan het werk moest blijven. Terwijl in de rest van Friesland het overgrote deel van de spoorwegmedewerkers het werk neerlegde, bleef op station Harlingen driekwart van de medewerkers aan het werk.
Ontslag
Het museum heeft in de archieven van NS gezocht naar de reden waarom de stationschef aan het werk wilde blijven. Het verhaal gaat dat hij de namen van de spoorwegstakers wilde doorgeven aan de Duitse instanties. Het enige wat in de archieven teruggevonden werd is dat Visser na de oorlog gestraft is voor ‘het in ernstige mate van tekort schieten in het betrachten van een juiste houding tijdens de bezetting’. Zijn straf was pittig: Visser werd na het verhoor door de zuiveringsraad ontslagen als stationschef bij NS.
Onderduik
Door de houding van de stationschef van station Harlingen konden medewerkers alleen staken als zij zo snel mogelijk een onderduikadres vonden. Ook Hendrik Wietsma wilde staken en zag zich uit angst voor verraad door zijn chef gedwongen onder te duiken. Zijn vrouw en dochter vonden een onderduikadres bij vrienden in een naburig dorp, terwijl Hendrik op twee andere onderduikadressen verbleef. Op zijn laatste onderduikadres kreeg hij nauwe banden met Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS).
Modelbouw als tijdverdrijf
Wat deed Hendrik, de oudoom van Eline en Simone, tijdens zijn onderduiktijd? Hoe bracht hij zijn tijd door en zorgde hij ervoor dat hij zich niet al te veel ging vervelen? Hendrik pakte een oude hobby op en begon te bouwen aan een schaalmodel van een stoomlocomotief. Omdat tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog materialen schaars waren, gebruikte hij hiervoor alles wat hij op zijn onderduikadres maar te pakken kon krijgen. Als stoomketel gebruikte hij een deel van een container die door de geallieerden vanuit een vliegtuig was gedropt en waarin o.a. geweren, munitie en andere materialen voor het verzet gezeten hadden. Van kogelhulzen kon hij mooi de buffers van de locomotief maken en voor andere onderdelen gebruikte hij alle mogelijke materialen die voor handen waren, zoals luciferstokjes, schroefjes, houtjes en boutjes.
Bevrijding
De bouw vorderde gestaag, maar de locomotief was nog niet af toen Nederland begin mei 1945 eindelijk werd bevrijd. Hendrik Wietsma verliet zijn onderduikadres, keerde terug naar zijn huis in Harlingen en nam het schaalmodel in een achtergelaten munitiekist mee. Door de nare herinneringen aan die periode slaagde hij er niet meer in om het stuk af te maken.
Een model met een verhaal
Inmiddels zijn de ideeën over museale objecten, en hoe deze de bezoekers verhalen kunnen vertellen, sterk veranderd. Dat betekent dat het model ook -of misschien wel juist- in onvoltooide staat wordt gezien als waardevolle aanvulling op de permanente presentatie Kinderen van Versteeg over NS in de Tweede Wereldoorlog. En daar is het vanaf nu dan ook permanent te bekijken, mét het bijbehorende oorlogsverhaal van Hendrik Wietsma.