Tienertoer

Voor het eerst weg zonder je ouders. Gaan en staan waar je wil. Dat is het gevoel van de Tienertoer die sinds 1969 door NS werd aangeboden. Honderdduizenden jongeren maakten gebruik van de mogelijkheid om voor een bescheiden bedrag ‘op tienertoer’ te gaan. Omdat het in 2019 precies 50 jaar geleden was dat de Tienertoerkaart het levenslicht zag, organiseerde het Spoorwegmuseum een tentoonstelling over de Tienertoer.

Verhalen van reizigers

Met de trein langs vrienden of familie, een dagje naar het strand of een pretpark. Voor een paar tientjes kon Iedereen tussen de 12 en 19 jaar in de zomervakantie acht (later vier) dagen lang onbeperkt door Nederland reizen. Het waren avonturen die niet snel werden vergeten. Zoveel mogelijk kilometers maken, opbloeiende liefdes of raddraaiers, er gebeurde van alles met de reizende jongeren in de trein. Veel van deze verhalen zijn te zien en te horen in de tentoonstelling.

Zware tijden

In de jaren zestig van de vorige eeuw maakte NS zware tijden door. Door het dalende goederenvervoer en de concurrentie met vliegtuig en auto kwam de NS in de rode cijfers. Er moest iets gebeuren om het tij te keren. NS besloot vol in te zetten op de reiziger. Met een nieuwe, aansprekende huisstijl en vernieuwde producten zoals de 65 + kaart, moest de trein weer een aantrekkelijk alternatief voor de auto worden. De afdelingen Reclame en Marktonderzoek beseften dat het belangrijk was om kinderen al jong voor de trein te winnen en riepen de Tienertoer in het leven.

De Tienertoerkaart

Op 24 mei 1969 introduceerde NS voor het eerst de Tienertoerkaart, die vanaf dat moment tot eind augustus kon worden aangeschaft. In dat eerste jaar konden kinderen en jongeren in de leeftijd 8 tot 20 jaar hiermee voor slechts twintig gulden acht dagen lang onbeperkt met de trein door Nederland reizen. Tijdens de zomervakantie van 1969 kwam de verkoop van de Tienertoerkaart goed op gang, er werden maar liefst 85.000 kaarten verkocht. Daarmee kon NS weer eens iets positiefs over de reizigersaantallen melden.

De Voorlopers

Het idee om nieuwe doelgroepen de trein in te krijgen met goedkope kaartjes en abonnementen was al zo oud als de spoorwegen zelf. Al vanaf het prille begin boden de Nederlandse spoorwegmaatschappijen goedkope kaartjes aan voor mensen met een kleine beurs. In de 19e eeuw reden er bijvoorbeeld speciale ‘Pleziertreinen’ of goedkope ‘Guldenstreinen’ naar steden of tentoonstellingen. Later was er het ‘achtdaagsche abonnement’, waarmee reizigers voor gereduceerd tarief tijdens de zomervakantie acht dagen onbeperkt door Nederland konden reizen. De tentoonstelling toont met reclamemateriaal en bijzondere affiches deze ontwikkeling  bij de spoorwegen om ook minder draagkrachtige doelgroepen de trein in te krijgen.