Kom ook Spoorweg Spelen, we zijn iedere dag van de meivakantie geopend! Komt u met het openbaar vervoer? Van 29 april t/m 4 mei is de dienstregeling voor de pendeltrein van en naar het Spoorwegmuseum aangepast door werkzaamheden. Check de reisplanner van NS voor het meest actuele advies.

Een bijzonder beeld in het Maliebaanstation

In de gang van het Maliebaanstation, bij de Koninklijke Wachtkamer, staat een bijzonder beeld. Op de sokkel staat een vrouwenfiguur met een gevleugeld wiel, een uiting die we kennen als symbool van de spoorwegen. Het beeld werd in 1939 door het personeel geschonken aan de NS directie ter ere van het 100-jarig bestaan van de spoorwegen. Jarenlang stond het in de hal van Utrecht CS, maar na de verbouwing was er geen plek meer voor. In het archief vond het Spoorwegmuseum een interessante briefwisseling over de totstandkoming van het beeld.

De opdracht

De opdracht voor de productie van het beeld werd gegeven door de Personeelsraad van de NS. In de gevonden briefwisseling is te lezen dat “ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan der Nederlandsche Spoorwegen het personeel de Directie een geschenk zal aanbieden, dat in het middelpunt van het station te Utrecht zal worden geplaatst. De bedoeling is, dat het zal zyn een plastiek, waarvan de grondgedachte in verband staat met het bedryf en zyn functie in (of) wat daarmee onmiddellyk samenhangt (byv. de arbeid, verkeer, handel, welvaart, enz.) symboliseren of althans gebouwd zyn uit zodaanige motieven, dat de toeschouwer geboeid is door de waarde en beteekenis van deze in het moderne leven zoo zeer ingrypende culturele en technische factor.”

 

Drie kunstenaars

De wijze waarop bovenstaande tot uitdrukking wordt gebracht is de kunstenaar vrij, vermeld dezelfde opdrachtbrief die op 2 juni 1939 door de personeelsraad bezorgd werd bij drie kunstenaars M.S. Andriessen, F.J. van Hall en Ch. Eijck. De brief vermeld ook dat er een voorkeur is voor een beeld uitgevoerd in wit marmer en dat er plek moet zijn voor een inscriptie die “op bescheiden wyze” schenkers en oorzaak van de schenking aanduidt. Ook wordt aangegeven waar het beeld moet komen te staan en dat de maximale hoogte uiterlijk 2.90 meter kan zijn. Voor de opdracht is maximaal 8.500 gulden beschikbaar. De drie uitgenodigde kunstenaars krijgen voor hun ontwerp een vergoeding van 400 gulden. Daarvoor moeten ze een maquette van gips en metaal op een schaal 1:5 aanleveren en een belangrijk detail in 1:2, alsmede een “uitgebreide kostenbegrooting”. De personeelsraad ging dus niet over één nacht ijs. Een commissie van drie personen zou de inzendingen beoordelen.

Winnaar

Winnaar werd uiteindelijk het ontwerp van de Limburgse kunstenaar Charles Eijck. Het ontwerp van Eijck had als naam ‘Verkeer’. Op het voetstuk ziet men een wereldbol waarop een vrouwenfiguur staat. Zij draagt een gevleugeld wiel, het symbool van de spoorwegen in die tijd. Naast haar staan twee andere vrouwenfiguren, waarvan de één de attributen van Mercurius en de ander de ‘hoorn des overvloeds’ draagt. Op het voetstuk zijn verschillende reliëf-voorstellingen gehouwen, waaronder een stoomlocomotief en een spiegelei. De commissie stelt dat het ontwerp van Eyck het wint van de anderen omdat het “een in de architectuur van de hal schoon meelevend monument kan worden, dat naar alle kanten zeer mooi componeert, een werk van groote charme.

Tijdelijke maquette

In juli 1939 krijgt Eijck de opdracht voor 8.000 gulden, waarvan 1.000 gulden als voorschot wordt uitgekeerd. Voor 15 september 1939 moet er een gipsmaquette af zijn op ware grootte, de opleveringsdatum is bepaald op uiterlijk 1 juni 1940. Tijdens de officiële viering van het 100-jarig bestaan van de Nederlandse viering op 20 september 1939 is er dus een tijdelijke gipsmaquette geplaatst. Het definitieve marmeren beeld zou het jaar daarop worden geplaatst.

Teleurstellend

Eijck hakte het beeld niet zelf, dat werk werd uitgevoerd door de Utrechtse beeldhouwer Jo Uiterwaal. Dat had nog wat voeten in aarde, als we de briefwisseling mogen geloven. In een boze brief van 5 september 1940 beklaagt de personeelsraad zich bij Eijck. De Raad vindt het teleurstellend dat het beeld niet alleen niet op tijd af is, het is bovendien niet uitgevoerd volgens het model dat het jaar ervoor in het bijzijn van de directie is onthuld! De Personeelsraad stelt dat “indien het beeld aldus zal worden afgeleverd, zou het in het geheel niet worden, wat verwacht mocht worden en zou de Personeelsraad zich terzake alle rechten moeten voorbehouden… wij wenschen een beeld hetwelk niet alleen vandaag, maar ook morgen verantwoord zal zijn”.

Definitieve beeld

Het kwam allemaal goed. Op 15 oktober 1940 werd het definitieve marmeren beeld in de hal van Utrecht CS geplaatst. Het verklaart ook dat op de foto’s die in het archief van het Spoorwegmuseum te vinden zijn er sprake lijkt van twee verschillende beelden. Het definitieve beeld verschilt in details met het originele ontwerp. Op 28 april 1989 werd het beeld op een nieuwe sokkel geplaatst. Deze sokkel werd geschonken door de vakbonden ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de spoorwegen. Heel toepasselijk was de tekst die de vakbonden op de sokkel plaatsten: ‘Dwarsliggen en samenwerken schept een band’. De sokkel is vanwege de slechte staat ervan door het Spoorwegmuseum verwijderd zodat het beeld nu de oorspronkelijke vorm uit 1939 terug heeft. Het beeld heeft een plek gekregen in de bestelgoederengang van het Maliebaanstation.

Selfie & een bijzondere ontdekking

We kregen een mail van bezoeker Rein Valk. Voor het eerst sinds 1989 bracht hij een bezoek aan het Spoorwegmuseum en was verrast hoe mooi het museum was geworden. Maar hij deed ook nog een bijzondere ontdekking die zorgde voor een kippenvelmoment:

“Mijn vader was onderwijzer en fotograaf. In 1948 moest hij in dienst en zat bij de verbinding in Nieuwersluis. Hij reisde daar met de trein heen vanuit Westzaan/Zaandam. Ook maakte hij toen al veel foto’s. Ook een bijzondere ‘selfie’ in het station van Utrecht. De camera zette hij gewoon op de grond. Je ziet hem in de stationshal in zijn leger uniform, ik denk 1949, hij was toen 19 jaar oud. Mijn vader overleed helaas in 1999, maar zijn foto’s hebben we gelukkig nog en dit is wel een hele fraaie. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik in jullie museum hetzelfde beeld uit de oude stationshal zag staan. Nooit geweten dat het nog bewaard was gebleven! Was mijn vader tóch weer even in gedachten bij mij in Utrecht. Hierbij de foto, maker Henk Valk.