Meer capaciteit
Eind jaren zeventig groeide het forensenverkeer explosief. NS moest op zoek naar meer capaciteit. Langere treinen waren geen optie omdat de perronlengte op sommige stations te kort schoot. Al snel werd gekeken naar Frankrijk waar dubbeldekstreinen reden. In oktober 1980 werd als test een Franse dubbeldekker ingezet. Deze bleek echter niet te voldoen in Nederland. De breedte van de zittingen (5 zittingen in de breedte) en de stahoogte boven en beneden van respectievelijk 1,94 en 1,92 meter pasten niet bij de lange Nederlanders.
Nieuw ontwerp
Daarom werd besloten een nieuw ontwerp te maken, waarbij onder andere de stahoogte werd vergroot tot 2,01 meter. De zitplaatsen werden breder en er kwamen 4 i.p.v. 5 stoelen in de breedte. De in 1985 in dienst gestelde serie DDM-1 was de eerste serie dubbeldekstreinen van de NS. Op alle stuurstandrijtuigen was de naam en afbeelding van een bedreigde diersoort aangebracht. Dit was een gezamenlijk initiatief van de NS en het Wereld Natuur Fonds. De afgebeelde dieren waren arend, bizon, cheeta, condor, dolfijn, neushoorn, olifant, ooievaar, otter, panda, tijger, walvis en zeehond. De Olifant is de trein die vanaf komende donderdag weer in het Spoorwegmuseum te zien is.