Het raadsel van de restauratiezalen

Wachtkamer eerste en tweede klasse van station Vlissingen in februari 1941.

In juni 1940 sloot NS een akkoord met de Duitse bezetters. Daarin werd onder meer vastgelegd dat de Nederlandse directie mocht aanblijven, mits alle militaire opdrachten van de Duitsers stipt werden uitgevoerd. Ook werd geheimhouding vastgelegd. Zo werd het voor alle medewerkers van NS ten strengste verboden zonder toestemming foto’s te maken van stations, perrons, spoorbruggen en treinen, omdat deze mogelijk strategische informatie voor de geallieerden konden bevatten. In de collectie van het Spoorwegmuseum bevinden zich zo’n 200 foto’s die met toestemming van de Duitse toezichthouders tussen januari en mei 1941 door de persafdeling van NS zijn genomen op Nederlandse stations. Het gaat daarbij om foto’s van wachtkamers en restauratiezalen. Waarom en door welke fotografen werden deze foto’s in oorlogstijd gemaakt?

Niets bijzonders

Op het eerste gezicht is er niet veel bijzonders aan de foto’s te zien. De oorlog lijkt ver weg. De klassiek ingerichte wachtruimtes ogen vaak zelfs gezellig. De potkacheltjes branden, veel vitrines op de buffetten zijn voorzien van versnaperingen, de kranten liggen uitnodigend op de leestafels en aan de muren hangen vaak portretten of affiches. Op sommige foto’s poseren de uitbaters van stationsrestauraties, op andere zijn wachtende reizigers te zien, maar de meeste tonen alleen het interieur van de zalen en zijn verder helemaal leeg. Voor wie beter kijkt, wordt snel duidelijk dat de foto’s tijdens de oorlog zijn gemaakt.

De perronwachtkamer van station Castricum, een van de weinige foto’s waarop duidelijk zichtbare personen zijn afgebeeld.

Verduisteringsmaatregelen

Op een aantal foto’s is bijvoorbeeld te zien dat de ramen en lampen van de wachtkamers en restauratiezalen deels met zwart papier zijn verduisterd. Een voorbeeld daarvan is de foto van de wachtkamer derde klasse die op 6 maart 1941 werd gemaakt op station Sneek. De bovenzijde van de ramen is afgeplakt met zwart papier zodat er ‘s avonds geen licht naar buiten kon schijnen. Licht was immers een oriëntatiebron voor geallieerde piloten. Om die reden werden alle Nederlandse bedrijven en huishoudens verplicht om ’s avonds de ramen van hun kantoren en huizen te verduisteren met behulp van zwarte gordijnen of zwart papier.

De wachtkamer derde klasse van station Sneek had hoge ramen. Aan de bovenzijde daarvan is verduisteringspapier te zien. De foto is genomen op 6 maart 1941.

Portret van Wilhelmina

Op 40 foto’s van de wachtkamers en restauratiezalen is een portret van koningin Wilhelmina te zien. Hoewel de koningin door haar vlucht naar Engeland op 13 mei 1940 in eerste instantie veel kritiek te verduren kreeg, ontpopte zij zich al snel als baken van lijdzaam verzet tegen de Duitsers. De toespraken die zij vanaf eind juli 1940 op Radio Oranje vanuit Londen hield, waren bedoeld om de Nederlandse burgers een hart onder de riem te steken. Luisteren naar Radio Oranje was door de Duitsers verboden en kon alleen maar in het geheim. Ook portretten van de koningin werden al vanaf 29 juni 1940 uit overheidsgebouwen geweerd. Deze dag zou later bekend komen te staan als ‘Anjerdag’, omdat vele Nederlanders de straat op waren gegaan met een witte anjer in hun knoopsgat ter ere van de verjaardag van Prins Bernhard. Generaal Winkelman, de opperbevelhebber van het Nederlandse leger die de capitulatie had ondertekend, zette in Den Haag zijn handtekening op een felicitatieregister en zong samen met het toegestroomde publiek het Wilhelmus. De Duitsers zagen dat als openlijke kritiek, waarna Winkelman werd opgepakt en als krijgsgevangene naar Duitsland werd afgevoerd. Hoewel NS strikt genomen geen staatsbedrijf was, valt het toch op dat er in zoveel wachtkamers blijkbaar tot halverwege 1941 portretten van Wilhelmina bleven hangen. Of deze portretten dezelfde symbolische functie hadden als bijvoorbeeld de oranje speldjes en lintjes, die sommige Nederlanders als blijk van heimelijk protest tegen de Duitsers onder hun revers droegen, is echter niet duidelijk.

Op de foto van 21 april 1941 van wachtkamer derde klasse van station Apeldoorn is een portret van Wilhelmina te zien.
Wachtkamer 1e en 2e klasse van station Bergen op Zoom, met het buffet dat nu in het Spoorwegmuseum staat. Achter het buffet hangt een portret van koningin Wilhelmina.

Duitse propaganda

Van de waarnemend directeur van NS, Willem Hupkes, is bekend dat hij alle pro-Duitse propaganda verbood in het directiekantoor, Hoofdgebouw III in Utrecht, ofwel de ‘Inktpot’. In dat gebouw zetelde niet alleen de directie van NS, maar ook de Duitse spoorbeambten die onder leiding van de zogeheten ‘Bahnbevollmächtigte’ toezicht hielden op het Nederlandse spoor. Hupkes weerde zowel NSB-affiches, collectes voor Winterhulp als affiches met hakenkruizen of oproepen voor de Waffen SS. Toch is op de foto’s van de wachtkamers en restauratiezalen soms wel pro-Duitse propaganda te zien.

Portret van Willem Hupkes door Jan Boon, ca. 1950

Winterhulp

Op een aantal foto’s zijn affiches voor de zogeheten ‘Winterhulp’ te ontdekken. In de eerste fase van de oorlog probeerden de Duitsers door middel van liefdadigheid sympathie voor het nationaalsocialistische gedachtegoed op te wekken. Met collectes voor Winterhulp werd geld voor behoeftige gezinnen ingezameld om bijvoorbeeld voedsel en brandhout uit te delen. Veel succes had deze actie niet, omdat de meeste Nederlandse burgers niet met de Duitsers geassocieerd wilden worden. Waarom er in sommige wachtkamers propaganda voor Winterhulp werd gemaakt, is niet bekend. Of het misschien te maken had met de politieke overtuigingen van de restaurateurs is moeilijk te zeggen. Zo hingen in de wachtkamer derde klasse van station Apeldoorn niet alleen enkele affiches voor Winterhulp, maar ook een portret van koningin Wilhelmina.

NSB

Op twee foto’s uit de collectie van het Spoorwegmuseum zijn affiches van de NSB te zien. In de wachtkamer derde klasse van station Dieren hangt in de verder wat kale restauratiezaal een affiche met reclame voor de Nationaalsocialistische Beweging, die al vanaf 1931 tot het einde van de oorlog in 1945 in Nederland actief was. De partij werd door de Duitsers niet erg serieus genomen en door de meeste Nederlanders gehaat. Ook de leider van de NSB, Anton Mussert, was impopulair. In de wachtkamer tweede klasse van station Zevenaar hing een affiche dat opriep om zich bij Mussert aan te sluiten, maar wie dit had opgehangen, is niet meer te achterhalen.

Links: Wachtkamer 3e klassen te Dieren, genomen op 7 april 1941. Rechts: Wachtkamer tweede klasse van station Zevenaar, met rechts het affiche met propaganda voor Mussert.

Wild plakken

Er zijn geen foto’s van restauratiezalen met nog explicietere nazipropaganda. In de correspondentie van NS met de Duitsers bevinden zich wel enkele brieven waarin medewerkers van NS klagen over het illegaal plakken van affiches met hakenkruizen en propaganda voor de Waffen SS op stationsgebouwen, wat klaarblijkelijk wel eens gebeurde. Eind december 1941 verscheen een circulaire van het Departement van Binnenlandse Zaken waarin maatregelen werden afgekondigd om aan het ‘wilde plakken’ van affiches met politieke inhoud een einde te maken. Voortaan moest elke gemeente per 1000 inwoners een plek aanwijzen waar pro-Duitse affiches konden worden opgehangen. Deze mochten uitsluitend en tegen betaling van een vergoeding op deze officiële plekken worden geplaatst. Voor het plakken van affiches op andere plekken moest eerst toestemming van particuliere individuen of bedrijven worden gevraagd. Of dat betekende dat de uitbaters van wachtkamers en stationsrestauraties vanaf dat moment meer of minder pro-Duitse affiches ophingen, wordt niet duidelijk aan de hand van de beschikbare documenten en foto’s.

Het Utrechts Archief, 1867_36_000080, briefje over het wildplakken van plakkaten van de Waffen SS.

Duitse militairen

Op enkele foto’s zijn Duitse militairen te zien. Zo bevinden zich in de wachtkamer eerste en tweede klasse van station Schiedam een aantal Duitse soldaten met krantje, kopje koffie en sigaret aan een tafel.

Links: Wachtkamer eerste en tweede klasse in Schiedam met Duitse soldaten. Rechts: 29544 - Duitse soldaat met in het midden een portret van koningin Wilhelmina.

Ook in de wachtkamer tweede klasse van station Venlo zijn drie Duitse soldaten te onderscheiden. Ze zitten aan een tafel achter een kop koffie en hebben hun plunjezakken naast zich op de grond gelegd. Duitse militairen maakten veel gebruik van de trein, om naar hun bestemming in Nederland te reizen waren in de treinen speciale coupés voor hen gereserveerd. Ook reden er speciale verlofgangerstreinen voor militairen die tijdens hun verlof naar hun familie in Duitsland reisden.

Wachtkamer tweede klasse op station Venlo.

Tijdelijk buiten gebruik

Sommige foto’s tonen aan dat de wachtkamers van stations tijdelijk voor andere doeleinden werden gebruikt. Uit een aantekening op de achterzijde van de foto van station Venlo is bijvoorbeeld af te leiden, dat de wachtkamer derde klasse was ingenomen als lokaal voor het Rode Kruis. De wachtkamer tweede klasse van station Zaltbommel was in gebruik als rijwielberging en op station Boxtel werd een van de wachtkamers als opslagruimte gebruikt. Ook zijn er foto’s met een buffet dat niet meer in gebruik was, zoals dat van de wachtkamer derde klasse in Ede.

Wachtkamer derde klasse in Ede, met buffet dat buiten gebruik is. 29652- De wachtkamer van station Zaltbommel was omgevormd tot fietsenstalling.

De fotografen

Van de foto’s van wachtkamers en restauratiezalen is één ding duidelijk: ze zijn door NS gemaakt, om precies te zijn door de afdeling Publiciteit, die onder de Commerciële afdeling viel. Het antwoord op de vraag welke fotograaf in het voorjaar van 1941 foto’s voor NS heeft gemaakt, is te vinden in de correspondentie tussen de verbindingsman van NS, Gustav Giesberger, en de Duitse Bahnbevollmächtigte. Hieruit geeft een brief van 10 maart 1941 uitsluitsel over de identiteit van de fotografen, die beide bij de Commerciële afdeling in dienst waren. De ene was hoofdfotograaf en lithograaf van NS, de 55-jarige F.A. Moesman uit Utrecht. De tweede fotograaf was W.P.F.M. van Schaik, die Moesman na diens overlijden in 1949 zou opvolgen. De brief van 10 maart aan de Bahnbevollmächtigte is ondertekend door D.J. Wansink, die opmerkte dat Moesman in Boxtel zonder problemen foto’s kon maken, maar dat de Duitse stationswacht in Tilburg zes cassettes met glasplaten in beslag genomen had omdat het toestemmingsbewijs dat Moesman bij zich had niet voldeed. Hij had een door de Duitse toezichthouders ondertekend bewijs bij zich moeten hebben. Wansink vroeg of de cassettes geretourneerd konden worden en voor Moesman en Van Schaik een nieuw toestemmingsformulier ondertekend kon worden zodat zij hun werkzaamheden konden hervatten. Op de brief staan enkele met potlood geschreven aantekeningen waaruit opgemaakt kan worden dat de fotocassettes teruggegeven waren, maar dat de toestemmingsformulieren nog in behandeling waren.

Een vraagteken

De correspondentie tussen Giesberger en de Bahnbevollmächtigte is alleen fragmentarisch bewaard gebleven. Waarom de Commerciële afdeling juist wachtkamers en restauratiezalen liet fotograferen, is aan de hand van het beschikbare bronnenmateriaal helaas niet te achterhalen. Wilde de afdeling de wachtkamers en restauratiezalen op de gevoelige plaat vastleggen zoals ze er op dat moment uitzagen, voor het geval ze misschien door oorlogshandelingen beschadigd zouden raken of vernietigd zouden worden? Wilde de afdeling door het maken van foto’s en aantekeningen boekstaven welke wachtkamers voor andere doeleinden waren ingericht of buiten gebruik waren? En waarom zijn de meeste wachtkamers en restauratiezalen zonder reizigers of personeel gefotografeerd? Of werden de foto’s misschien in opdracht van de Duitsers gemaakt? We zullen het wel nooit te weten komen. Wat blijft is een intrigerend tijdsbeeld van hoe de wachtkamers en restauratiezalen er tijdens de oorlogsperiode hebben uitgezien.